Voor hout met een lange levensduur in buitenomstandigheden moet de houtwereld steeds meer op zoek naar alternatieven. Aan de stijgende vraag kan niet alleen voldaan worden met duurzaam hardhout uit verre streken. Een van de alternatieven is thermisch gemodificeerd hout. “Maar dat moet dan wel in voldoende mate verkrijgbaar zijn”, zegt Arno de Jonge van Thermino uit Goor.
Door: Hans Berkenbos
Arno de Jonge is sinds 1 oktober van dit jaar commercieel directeur bij Thermino in Goor. Het bedrijf zit nog in de opstartfase, maar denkt nu al na over uitbreiding. De Jonge: “De vraag naar ons hout is zo groot dat we nu al moeite hebben de door ons gewenste ideale vaste voorraadniveaus te halen. We denken nu na over een tweede ketel.”
Hij vervolgt: “Wat hier gebeurt, is bijna uniek in Nederland. Voor zover ik weet zijn we het derde bedrijf dat zelf hout thermisch modificeert. Zonder chemicaliën. Maar wij hebben de klant wel meer te bieden. Wij bedienen onze vaste partners van voorraad, zowel per wagen als per pak. De meeste klanten willen mooi geschaafde eindproducten en dat is via ons mogelijk. Het hout is zowel behandeld als onbehandeld leverbaar, op iedere gewenste kleur en eventueel ook met brandvertrager.”
Maar even terug naar het begin. Er ging een lang traject vooraf aan de start van het bedrijf. “Het vraagt een flinke investering voordat je kunt beginnen”, verklaart De Jonge. “Thermino is al ruim twee jaar bezig met de voorbereidingen. Zoals met het zoeken naar de juiste apparatuur en een geschikte locatie. In eerste instantie zochten we in Duitsland, maar we vonden de geschikte plek in Goor. Hier hebben we de beschikking over 12.000 vierkante meter, waarvan we nu ca. 5.000 m2 in gebruik hebben. De grond met het juiste bestemmingsplan ligt er al. We zijn erg ambitieus; we weten dat er veel vraag is naar onze producten. Maar verwachten ook dat er nog meer zal komen. Overal wordt hout toegepast en de vraag naar duurzaam of verduurzaamd hout neemt alleen maar toe. Onze producten zijn geschikt voor gevelbekleding, maar ook voor toepassing in tuinen als schuttingen en dak- en wand betimmeringen.”
Hoewel de techniek van thermisch modificeren bekend was en in Goor ook de juiste apparatuur staat, erkent De Jonge dat het wel eens zoeken is naar de juiste grondstoffen. “Niet iedere houtsoort is geschikt voor thermische modificatie. Zo hebben we in het begin nog wel eens de plank misgeslagen en trok een batch hout helemaal krom. Dat is jammer, maar vormt ook de uitdaging van dit werk. We maken iedere keer stappen voorwaarts in het proces. In dat proces hebben we te maken met verschillende factoren zoals de juiste druk, temperatuur, tijd en de eigenschappen van de houtsoort. Daarnaast blijven we met diverse partijen, ook buitenlandse, kijken hoe we onze processen beter af kunnen stemmen op onder andere nieuwe houtsoorten. Binnen de houtwereld is er grote bereidheid tot samenwerking.”
Het benodigde hout wordt veelal geïmporteerd uit Scandinavië, maar ook rechtstreeks uit Afrika. “Door moeizame communicatie, logistiek en transport moet je rekening houden met vele maanden voordat het hout hier is. Dan pas kunnen wij het gaan verwerken.” Arno de Jonge is voorstander van Europees hout, mits de kwaliteit goed genoeg is. “Daar kun je wel op vertrouwen en ook de communicatie verloopt soepel. Bovendien is het redelijk lokaal en wordt er standaard gewerkt met certificaten.” Vanuit West-Afrika zijn houtsoorten als Ayous en Fraké aanwezig in het assortiment. Deze houtsoorten zijn zeer geschikt voor modificatie en hebben met hun unieke eigenschappen en uitstraling hun kracht al lang bewezen.
Terwijl De Jonge de start van het bedrijf uitlegt en enthousiast vertelt over het proces van modificering draait in de grote hal een ketel op volle toeren. Een kostbaar proces lijkt het, zeker met de huidige energieprijzen. “Het droogproces kost relatief weinig energie, dus een lage kostprijs per kuub. Wel zitten we met de vraag wat we met de restwarmte kunnen doen. Deze gaat nu verloren en dat is jammer. Maar ook daar vinden wij wel een oplossing voor.”
Thermino Goor richt zich primair op de (groot)handel. “Onze taak is om het product nu goed aan de man te brengen, duidelijk te maken hoe het hout verwerkt dient te worden en hoe niet-duurzaam hout dankzij thermische modificering toch duurzaam kan worden. Onze vaste handelspartners zullen deze informatie dan weer verder doorgeven aan hun klanten.”
Per batch gaat 20 tot 25 m3 hout de oven in. Door de warmte wordt het vocht uit het hout gehaald, terwijl de stoom voorkomt dat er barsten of verbranding ontstaat. “Wij brengen het vochtgehalte in dertig uur terug naar 4%. Daardoor blijft het hout maatvast en wordt het minder broos dan wanneer je het vochtgehalte nog verder terugbrengt”, legt Arno de Jonge van Thermino uit. “In de tussentijd vinden er chemische en fysieke veranderingen in het hout plaats. De kleur verandert en onder andere hars verdwijnt.” De combinatie van hitte en druk zorgt ervoor dat de duurzaamheidsklasse van 5 naar 2 gaat. Na de behandeling is het hout bestand tegen verschillende weersinvloeden. Het ruwe hout ondergaat een kwaliteitscontrole en na het schaven van de planken vindt een tweede controle plaats.